Vechten
Zhang SanFeng
Zhang SanFeng was een Taoistische monnik in de 13e eeuw
leefde in het Wudan district. Zhang SanFeng wordt vaak genoemd
als de grondlegger van Taijiquan. Hier is geen historisch
bewijs voor, maar het is wel zeker dat hij 13 Shi (staande
houdingen) introduceerde als techniek voor de oorlogvoering
tegen de Mongolen.
Tijdens de 13e eeuw bezette Mongolië op gegeven moment
heel China. Zhang SanFeng leidde een Taoïstisch klooster
in het Wudan gebergte, dat in het geheim functioneerde als
opleidingscentrum voor soldaten. Onder de leus ‘zacht
kan hard overwinnen’ onderwezen hij en zijn studenten
hoe men 13 eenvoudige vechttechnieken kon gebruiken voor
oorlogvoering. Zhang SanFeng en zijn volgelingen waren op
deze manier actief betrokken bij de opstand tegen de Mongolen.
Na de overwinning op de Mongolen startte de eerste Ming
Keizer (uit angst voor zijn positie) een campagne tegen
iedereen die tijdens de oorlog macht had gehad in het verzet.
Zhang SanFeng en zijn volgelingen vluchtten naar het oosten
en doken onder in het Siming gebergte (nu NingBo stad).
Na de dood van de eerste Ming keizer kwamen Zhang SanFeng
en zijn volgelingen uit hun schuilplaats en begonnen ze
hun systeem openlijk ‘Taijigong’ te noemen (gong
= oefening). Hun technieken werden ‘Taiji SaQi’
genoemd: SaQi is de uitspraak voor ‘37’ in het
NingBo dialect. In de Taijiquan wereld zou dit onderricht
later bekend worden als SimingPai, NanPai of de zuidelijke
school. Het systeem gebruikte 37 staande houdingen om spontane
beweging op te wekken als de kern van zijn leer.
|